Home > Achtergrond > De juridische staatsgreep tegen Lula (deel 1)
AchtergrondartikelenBrazilië

De juridische staatsgreep tegen Lula (deel 1)

Deze week werd de oud-president van Brazilië Luiz Inácio da Silva, beter bekend als Lula, in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf wegens corruptie. Hij stelt het slachtoffer te zijn geworden van een juridische staatsgreep en kondigde aan hoe dan ook een gooi te doen naar een derde termijn als president. De beschuldigingen op grond waarvan hij is veroordeeld ogen suspect en de leden van de rechtbank lijken politiek vooringenomen. 

‘Het leven van Lula en zijn familie is zo exemplarisch voor de onderkant van de Braziliaanse samenleving dat het, wanneer het zou worden verwerkt in een roman, als één groot cliché zou worden afgewezen’, schrijft historica-journaliste Denisa Paraná in haar boek Filho do Brasil (Zoon van Brazilië) over de jeugd van Luiz Inácio da Silva, beter bekend als Lula.
Hij komt ter wereld op 27 oktober 1945 in de buurt van het stadje Garanhuns, op de hoogvlakten van Pernambuco, de doodarme provincie in het noordoosten van Brazilië. Beide ouders zijn analfabeet en zijn nauwelijks in staat hun acht kinderen te onderhouden. De familie beschikt over een klein stukje schrale landbouwgrond, dat lang niet genoeg opbrengt vanwege de epidemische droogte in deze streken en de geringe werklust van vader Artistides da Silva, notoir rokkenjager en dronkelap. ‘We aten elke dag bonen’, vertelde Lula. ‘Als er een keer een stukje vlees op tafel kwam was dat een traktatie’.
In Lula’s geboortejaar vertrekt zijn vader net als talloze andere berooide keuterboertjes uit Pernambuco naar São Paulo, de grote metropool in het zuiden, op zoek naar werk. Hij neemt zijn minnares, een minderjarig nichtje van zijn echtgenote, mee en blijft vijf jaar weg. Aan moeder Dona Lindu de taak om de acht kinderen in haar eentje groot te brengen. Vader da Silva verwekt ook nog zeventien kinderen bij andere vrouwen.
Lula is zes jaar als zijn vader zijn echtgenote gebiedt de familiegrond te verkopen en zich met de kinderen bij hem te voegen. In een open vrachtwagen maakt Lula de dertien uur lange tocht van Pernambuco naar São Paulo, waar vader Aristides als los werkman met cacaozakken sjouwt in de haven van Santos, in de voorstreken van de miljoenenstad. Aristide da Silva ontpopt zich als een huistiran. Hij slaat zijn vrouw en zijn kinderen en dwingt hen te werken in plaats van naar school te gaan. Op 8-jarige leeftijd loopt Lula rond op straat als schoenpoetser en verkoopt hij geroosterde pinda´s aan voorbijgangers. ‘Al het plezier was verboden, zelfs het eten van een ijsje’, aldus Lula in 2002, tijdens een tv-interview over zijn vroege jeugd, toen hij in huilen uitbarstte bij de herinnering aan zijn tirannieke vader.
In 1956 besluit Dona Lindu haar man te verlaten. ‘Mijn moeder gaf alles op en ging weg’, vertelde Lula. ‘In mijn ogen was dat een geval van uitzonderlijke moed’. De familie komt in een aftandse kamer boven een kroeg terecht. Moeder verdient de kost als werkster en wasvrouw. Lula, 10 jaar, leurt met fruit en kokos bij toeristen. Omdat hij de jongstgeborene van de familie is krijgt hij wel de kans om de school af te maken – een traditioneel gebruik in de Braziliaanse onderklasse, zodat tenminste één kind kan lezen en schrijven. Wanneer Lula 14 is, gaat hij aan het werk in een fabriek waar schroeven worden gemaakt. Hij krijgt een opleiding tot machinebankwerker. Bij een ongeluk in de fabriek verliest hij de pink van zijn linkerhand.
Historica-journaliste Denisa Paraná legt Lula in haar boek op de divan van de psychoanalyse: Lula moest de vaderlijke autoriteit vernietigen om die te vervangen door zijn eigen autoriteit, een nieuw doel van hem en de zijnen. Dit doel heeft hij altijd onvermoeibaar nagestreefd. ‘Door zijn vader voorbij te streven, veranderde hij op radicale wijze zijn lot. De kans was groot dat hij net zoals zijn vader zou eindigen, net zoals de meeste Brazilianen van zijn afkomst.’
In 1964 vindt er in Brazilië een militaire staatsgreep plaats. Lula is nauwelijks geïnteresseerd in politiek (hij houdt het op voetbal), maar onder invloed van een van zijn broers, die lid is van de verboden Communistische Partij van Brazilië, wordt hij actief in de vakbond voor metaalarbeiders van São Paulo. Hij stijgt snel in de hiërarchie van de vakbond. In 1969 trouwt Lula met een fabriekarbeidster genaamd Maria de Lurdes, maar deze komt een jaar later te overlijden op het kraambed, net zoals de baby. Lula zakt weg in een twee jaar durende depressie en zijn weerzin tegen het systeem, dat de werkende klasse in deplorabele omstandigheden laat leven, neemt navenant toe.
In 1974 hertrouwt Lula met Marisa Léticia, een weduwe van een collega-metaalarbeider. Uit haar vorige huwelijk heeft Marisa al een zoon, die Lula adopteert. Het echtpaar krijgt nog drie zonen. Ondertussen groeit Lula’s faam als vakbondsman. Hij organiseert grote stakingen, die het militaire regime met harde acties ongedaan probeert te maken. Vanwege zijn persoonlijke moed krijgt de kleine kordate vakbondsleider veel bewonderaars. De media adoreren hem. ‘Ik werd behandeld alsof ik de nieuwe Braziliaanse christus was’, aldus Lula over die tijd.
In 1978 overlijdt Lula’s vader, eenzaam en aan de drank. Niemand van de familie is aanwezig bij diens begrafenis in een anoniem armengraf in São Paulo. Het zal nog jaren duren eer Lula over zijn vader wenst te spreken. ‘Nu vergeef ik hem, in ieder geval heeft hij mij de spermatozoïde gegeven waaruit ik ben geboren’, zegt hij dan. Twee jaar later sterft ook moeder Dona Lindu, een gebeurtenis die Lula diep aangrijpt.

Hongerstaking

In 1980 wordt de vakbondsleider gearresteerd vanwege het organiseren van verboden stakingen. In zijn cel gaat Lula samen met tien mede-gearresteerde vakbondsleden over tot een hongerstaking. Na een paar maanden komt hij vrij. ‘Ik haat de gevangenis’, aldus Lula na zijn vrijlating. ‘Je voelt je als een vogel opgesloten in een kooitje. Maar als het nodig is, zal ik weer worden gearresteerd en zal ik in de gevangenis sterven’. Tegelijkertijd richt hij met andere vakbondsleiders de Partido dos Trabalhadores (Arbeiderspartij) op. Lula wordt nu het symbool van hoop van miljoenen arme Brazilianen. Hij reist naar Europa en de VS om internationale steun te krijgen. Bij terugkomst wordt hij weer gearresteerd en door een militaire rechtbank veroordeeld tot 3,5 jaar gevangenisstraf. Na vele protesten in binnen- en buitenland laat het regime hem gaan.
In 1982 openen de militairen na twee decennia dictatuur geleidelijk aan de weg voor democratie. Er komen semi-vrije verkiezingen en Lula doet als lijsttrekker van de Partido dos Trabalhadores (PT)  zijn eerste gooi naar een zetel in het parlement. De PT behaalt een handjevol zetels. Het probleem is dat links in Brazilië hopeloos is verdeeld, meent Lula. Het jaar daarop doet hij een gooi naar het gouverneurschap van de deelstaat São Paulo. Hij eindigt als vierde, maar het resultaat is bemoedigend genoeg.
In 1989 doet Lula zijn eerste poging het hoogste ambt van de natie in de wacht te slepen. Hij voert vooral campagne tegen het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat Brazilië verplicht de torenhoge buitenlandse schulden af te lossen in plaats van te investeren in de ontwikkeling van de economie. Volgens Lula is dat de belangrijkste reden dat meer dan 50 miljoen Brazilianen in extreme armoede leven. Lula’s belangrijkste tegenstander in de verkiezingsstrijd is de behendige populist Fernando Collor de Mello, die een vuile campagne voert. Zo probeert hij Lula’s faam als goede huisvader te vernietigen door te onthullen dat deze een dochter – Lurian – heeft uit een kortstondige relatie met verpleegster Mirian Cordeiro, uit de tijd voor zijn tweede huwelijk. De vrouw wordt omgekocht om te verklaren dat Lula haar indertijd vroeg een abortus te plegen. Volgens Lula is dat laatste een pure leugen, maar hij stuurt niet aan op een conflict met zijn voormalige geliefde. ‘Ik was de enige man in Brazilië die werd gestraft omdat hij als ongetrouwde man een kind verwekte bij een vrouw’, zegt hij later. Dochter Lurian is dan overigens al werkzaam in de campagnestaf van de PT.
Uiteindelijk verliest Lula de verkiezingen van 1989 met een verschil van vijf procent. Het probleem is dat hij de Braziliaanse middenklasse niet weet te overtuigen. Op tv doet Lula het niet goed. Zijn taalgebruik is te direct en zijn uiterlijk (hij loopt altijd rond in t-shirts) te weinig gepolijst, terwijl zijn tegenstrever Collor de Mello met zijn parelwitte kronen en maatpakken oogt als een ster uit een Braziliaanse tv-novela. Ook de tweede en de derde poging het presidentiële Planalto-paleis in hoofdstad Brasilia te veroveren mislukken.
In 2002 treedt een geheel vernieuwde Lula aan. Zijn partij heeft het orthodoxe socialisme afgezworen en is ‘salonfähig’ geworden. Lula draagt nu pakken en stropdassen en matigt zijn taalgebruik. Hij krijgt de bijnaam ‘Lula paz e amor’, Lula vrede en liefde. Overal waar hij komt wordt hij door extatische menigten verwelkomd en geknuffeld. Lula’s belangrijkste wapen is het plan ‘Fome Zero’ (Honger Nul), dat de arme Brazilianen drie gratis maaltijden per dag garandeert, via school of gaarkeuken. In een land waar zestig procent van de kinderen honger lijdt, zeker geen overbodige luxe. De Verenigde Staten zijn dodelijk bevreesd voor Lula, vanwege zijn goede banden met Fidel Castro in Cuba en Hugo Chavez in Venezuela. Maar het wonder geschiedt: Lula wordt de eerste linkse president in de geschiedenis van Brazilië.

 

Behoedzaam politicus

Hij toont zich een uiterst behoedzaam politicus, stelt de financiële wereld gerust door de buitenlandse schulden van Brazilië onverkort verder af te lossen en verzekert het Witte Huis zijn vriendschap. Tegelijkertijd lanceert hij ambitieuze hervormingsplannen voor de Braziliaanse landbouw en industrie en belooft hij de miljoenen landloze boeren een stuk eigen grond. Kortom, Lula wil enerzijds doorgaan met het aflossen van de Braziliaanse schulden en anderzijds de maatschappij grondig renoveren. Zoals een PT-leider het uitdrukt: ‘Het is alsof je een auto repareert terwijl die rijdt’.
Als president maakt Lula zich bij zijn eigen achterban niet populair met het snijden in de pensioenvoorzieningen voor de ambtenaren en andere grote bezuinigingsoperaties in de overheidssector. Het IMF en de Wereldbank zijn lyrisch over Lula, maar critici stellen dat hij net als zijn voorgangers veel te weinig investeert in de samenleving. Het plan Fome Zero haalt daardoor lang niet de beloofde doelstellingen. Erger nog, de economische situatie van de gemiddelde Braziliaan gaat er onder Lula alleen maar op achteruit, gefixeerd als de president is op het saneren van de staatshuishouding en het voorkomen van inflatie. Hij stimuleert de Braziliaanse economie met een economisch samenwerkingsverdrag met China, dat de komende jaren voor miljarden zou investeren in Brazilië. Ook doet Lula een poging om Brazilië een permanente zetel in de VN-veiligheidsraad te bezorgen, als symbool van de steeds aan importantie winnende rol van het land in de mondiale politieke verhoudingen. Brazilië is nog steeds een ‘slapende reus’, maar economen zien het grootste land van Zuid-Amerika als een supermacht in opkomst.

Drankprobleem

In 2004 meldt de New York Times dat de Braziliaanse president een drankprobleem heeft. Lula is woedend en Brasília dreigt journalist Larry Rohter als persona non grata uit te wijzen. Na het nodige diplomatieke vuurwerk biedt de krant zijn verontschuldigingen aan. Voor Lula is het gespeculeer over zijn alcoholmisbruik eens te meer pijnlijk omdat zijn eigen vader zich het graf indronk.
Vanaf 2005 komt Lula’s regering in een zee van schandalen terecht.
De eerste kop die rolt is die van José Dirceu, Lula’s minister-premier en een van de peetvaders van de PT. Deze affaire wordt aan het rollen gebracht door parlementariër Roberto Jefferson van oppositiepartij PTB. Jefferson beschuldigt Dirceu ervan het brein te zijn achter een operatie waarbij Lula’ss regering in ruil voor maandelijkse toelagen systematisch stemmen van de oppositie in het Braziliaanse parlement opkoopt. In een pathetische, zeven uur durende verklaring voor een parlementaire enquêtecommissie, waarbij de tranen over zijn wangen biggelen, roept Jefferson Dirceu op ontslag te nemen als minister.  Twee dagen later stapte Dirceu inderdaad op.  Heel Brazilië ziet op tv hoe Dirceu in de wandelgangen van het congres van afgevaardigden wordt afgeranseld met een wandelstok door de oude excentrieke kinderboekenschrijver Yves Hublet. Het is een publieke vernedering voor de man die tot dan de onbetwiste godfather van de Partido dos Trabalhadores was.
Zo mogelijk nog catastrofaler is het gedwongen ontslag van António Palocci als minister van Financiën. Palocci, een arts, bracht de internationale financiële wereld tijdens zijn driejarige ministerschap in extase met zijn uiterst zorgvuldige monetaire politiek, waarbij hij het gevreesde inflatiemonster wet uit te bannen en de Braziliaanse economie uitgroeit tot een van de snelstgroeiende van de wereld. De verklaringen van een eenvoudige huisbewaarder, die Palocci aanwijs als een van de vaste bezoekers van een bordeel waar naast vrouwen ook annex steekpenningen van hand tot hand gaan, worden hem fataal.
Naast Dirceu en Palocci gaan nog zes andere ministers van Lula geheel of gedeeltelijk voor de bijl in de elkaar in hyperventilerende snelheid opvolgende corruptie-affaires. Lula bleef verweesd achter in het Planalto-regeringspaleis in Brasí­lia. Tot overmaat van ramp breken er in São Paulo en Rio de Janeiro de grootste bendeoorlogen in de geschiedenis van Brazilië uit, complete met massale gevangenisopstanden en een zee van schietpartijen in de metropolen. Brazilië dreigt in anarchie ten onder te gaan. De onvrede over Lula´s economische beleid wordt steeds manifester. Zijn betrachte begrotingsdiscipline op grond waarvan Lula wordt bedolven onder een lawine aan complimenten van organisaties als het IMF, staat de uitvoering van ambitieuze projecten van de regering-Lula, zoals het plan Fome Zero´ (Honger Nul), hinderlijk in de weg. Fome Zero garandeert iedere Braziliaan het recht op drie maaltijden per dag. In een land waar zestig procent van de kinderen in extreme armoede opgroeit zeker geen overbodige luxe. Het is de ambitie van Lula honger in Brazilië geheel uitbannen, maar critici stellen dat de Braziliaanse overheid bij lange na niet genoeg investeert om die doelstelling realistisch te maken.
Zoveel mogelijk teruggetrokken van de media, lijkt Lula zijn politieke executie af te wachten. Tijdens zijn spaarzame publieke optredens in die periode trekt de president verontrustende vergelijkingen tussen zichzelf en Getúlio Vargas, de geliefde Braziliaanse president annex ex-dictator die zichzelf in 1954 door het hart schoot uit protest tegen de ‘duistere krachten’´die in zijn ogen op het punt stonden de macht in Brazilië over te nemen.
Een week voor de verkiezingen  om zijn tweede termijn als president barst nog een nieuwe affaire uit. Lula’s campagnestaf wordt verdacht van handel in belastende documenten over Lula’s voornaamste tegenstrevers in de race om het presidentschap. Weer staat de PT in een kwaad daglicht. Lula veroordeelt het gemarchandeer van zijn campagnechefs met gangsters als ‘imbeciel’. Door deze schandalen wenden veel van Lula’s vroegere fans zich van hem af. Lula is opeens een gewone politicus. Daniela Mercury, de koningin van de samba, roept haar fans bij ieder concert op om niet te stemmen op de president. Collega-muzikant Caetano Veloso,  net als Mercury voorheen een enthousiaste trekker van de Lula-verkiezingskar, is al even uitgesproken. ‘Ik ben geen ezel en ook niet gek’´, zegt hij. ‘Herverkiezing van deze regering zou absurd zijn’.
Toch krijgt de 60-jarige Lula nogmaals een kans te laten zien dat het hem ernst is om het grootste land van Zuid-Amerika te doen opnemen in de vaart der volkeren. Daarvoor zal hij noodgedwongen grotere risico’s moeten nemen dan hij tot dusver gedaan heeft. In de woorden van schrijver-zanger Chico Buarque de Holanda, een van de weinige grote Braziliaanse artiesten die de president trouw is gebleven: ‘Lula zal de komende jaren zijn best moeten doen om niet alleen de bankiers vrolijk te maken´.

Maar die bankiers hebben hele andere plannen met het land. Lula weet ook zijn tweede ambtstermijn tot een goede einde te brengen en draagt het presidentschap dan over aan zijn partijgenoot Dilma Rousseff, ook een PT-kopstuk van het eerste uur.  Maar dan vindt er in Brazilië een juridische staatsgreep plaats. (wordt vervolgd)