Home > Achtergrond > Toeristisch Portugal in 10 tips
AchtergrondPortugal

Toeristisch Portugal in 10 tips

Portugal is grotendeels nog onontdekt door het massatoerisme. Een land waar de tijd langzamer verstrijkt en de saudade -een begrip waarvan de Portugezen zeggen dat geen enkele andere taal er een woord voor heeft maar dat zoiets betekent als heimwee – van de muren druipt.

door René Zwaap

Het geprivilegieerd gelegen land aan de Atlantische Oceaan biedt een rijke natuur, met verlaten stranden verscholen in de inhammen van de rotsen, maar ook woeste berggebieden waar je ’s avonds nog de wolven hoort huilen naar de volle maan en de heldere hemel bezaaid is met duizenden sterren. Een land van vele mysteries, van eeuwenoude tradities die bewaard zijn gebleven, voortgekomen uit de culturen van de talrijke volkeren die zich hier vestigden. En bovenal is er natuurlijk de fado, het oerlied van Portugal, onsterfelijk gemaakt door Amália Rodrigues, en nog steeds te horen in tal van fadohuizen in Lissabon, Porto, Coimbra en tal van andere steden. Een ontdekkingstocht naar het beste van Portugal.

1

Lissabon, hoofdstad van de fado

Amália leerde zingen van haar moeder, terwijl ze aan de oevers van de Taag de was deed voor de rijke dames van de stad. Ze groeide uit tot de onbetwiste ster van de fado, aanbeden door vorsten, presidenten, multimiljonairs èn bovenal het volk waar ze zelf vandaan kwam. Toen ze in 1999 stierf was heel Portugal in rouw ondergedompeld. Het huis waar ze woonde, aan de statige Rua de São Bento 19, is tegenwoordig museum en is dagelijks te bezichtigen. Vroeger werd gefluisterd dat er onder Casa Amália onderaardse gangen waren die regelrecht leidden naar het nabijgelegen paleis van de toenmalige dictator Salazar. Maar dat waren vuige roddels. Casa Museu Amália biedt een rijke verzameling hoge onderscheidingen die de zangeres tijdens haar vele wereldtournees kreeg uitgereikt,als ook een grote verzameling jurken ontworpen door ’s werelds meest befaamde couturiers, schilderijen en juwelen.

Over de herkomst van de fado wordt nog steeds getwist. Sommige wetenschappers zeggen dat het van oorsprong een Afrikaanse dans was, door slaven meegebracht naar de toenmalige Portugese kolonie Brazilië, en vandaar uit in Portugal terecht gekomen. Andere theorieën spreken van een Arabische oorsprong. Een schat aan informatie over deze goudader van de Portugese muziek biedt het Museu do Fado aan de Rua do Terreiro do Trigo. (zie www.museudofado.egeac.pt).

2

Slapen in de stad van de liefde

‘Wie jou niet gezien heeft, is blind, wie jou niet kent, heeft nooit bemind’, zong de grote troubadour José Afonso over Coimbra, de eeuwenoude universiteitsstad aan de Mondego-rivier. Coimbra is de tweede fadostad van het land. Hier zingen de studenten – doorgaans gekleed in de befaamde ‘capas negras’, zwarte capes – op de trappen van de Sé Velha (de oude kathedraal) ’s avonds eeuwenoude lofliederen op de stad. Eigenlijk mag de fado van Coimbra alleen door mannen worden gezongen. De laatste tijd staan er echter zangeressen op die zich niet wensen neer te leggen bij zoveel machismo. Zoals de in Coimbra woonachtige Cristina Cruz, die het onlangs bestond als eerste zangeres een hele cd vol met voor vrouwen verboden fado’s op te nemen. Coimbra dendert nog na van de schok. Bij wijze van represaille kreeg Cristina dode katten in haar tuin gegooid. Wie de traditionele fado van Coimbra wil horen, kan terecht in het befaamde fadocafé Diligència in een zijstraatje aan de Praça de 8. de Maio. In deze rokerige, lange smalle pijpenla wordt de fado nog gezongen zoals het hoort, door schorre kettingrokende alcoholisten, in de grote traditie van Hilário, de legendarische zingende zwerver-student die de fado van Coimbra beroemd heeft gemaakt.
Coimbra is voor alles de stad van de liefde. Zoals de fatale liefde van de Portugese kroonprins Pedro voor de Spaanse schone Inèz de Castro, zoals die voor altijd vereeuwigd is in de Fonte do Amor (Fontein van de liefde). Deze superromantische plek is gelegen in een oogstrelend park, de Quinta das Lagrimas (De Tuin van de tranen). Prins Pedro stond begin veertiende eeuw op het punt te trouwen met een andere Spaanse dame toen hij zijn oog liet vallen op de begeerlijke Inèz, die als bruidmeisje in de kerk aanwezig was. Hij werd stapelverliefd, maar dat stelden zijn familie en schoonfamilie niet echt op prijs. Vader koning Afonso IV liet Inèz vermoorden, waarna Pedro gek van verdriet werd. Op de plek waar Inèz werd liet Pedro de fontein van de liefde aanleggen. Toen hij eenmaal koning werd, liet hij de kist van zijn geliefde opgraven en trouwde hij met haar lijk. Portugese stelletjes kerven nog steeds hun namen in de eeuwenoude eik in de Tuin van de Tranen. Wie zich helemaal wil onderdompelen in dit romantische oord, kan terecht in het fraaie hotel van de Quinta das Lagrimas, het voormalige paleis waar Inèz ooit haar executie afwachtte. Dit compleet gerenoveerde paleishotel telt 39 luxueuze kamers, allen met bad, airco, satelliet-tv, safe en minibar. De Quinta das Lagrimas beschikt over een uitstekende keuken, rustige salons, een fraaie tuin, een openluchtzwembad en een eigen golfbaan (voor meer info zie www.quintadaslagrimas.pt).

3

Romeinen en Kelten
Zestien kilometer ten zuidwesten van Coimbra ligt oude Romeinse stad Conímbriga. Deze oudste Romeinse vestiging in Portugal is dagelijks te bezichtigen, van 16 maart tot 30 september van 10.00-13.00 en 14.00-18.00 uur en de rest van het jaa van 8.00 tot 13.00 uur en 14.00–17.00 uur. Het op het terrein gelegen Museo Monográfico de Coní­mbriga (ma gesloten) tegenover de ingang van de opgraving biedt een keur aan opgegraven antiquiteiten, zoals beelden van de Romeinse Goden,, waterspuwers van tempels, mozaïeken en opvallend heldere fragmenten van muurschilderingen en grafstenen. Het café bij het museum heeft een imposant panorama over de vallei van Conímbriga (meer info op www.conimbriga.pt).
Ook heel Romeins is de stad Braga in de noordelijke provincie Minho. Braga werd meer dan 2000 jaar geleden gesticht heette in de Romeinse tijd Barcara Augusta. Begin juni vindt de Romeinse week van Braga plaats. De oude binnenstad wordt omgetoverd tot ‘Braga Romana’, compleet met gladiatorengevechten. Op de oude Romeinse markt worden lustverhogende middeltjes uit antieke tijden aan de man (en vrouw) gebracht. Voor cultureel programma van Braga zie de site van de gemeente, ook in het Engels, op www.cm-braga.com.pt). Wie toch al in Braga is moet beslist een bezoek brengen aan de oude Keltische stad Citánia de Briteiros, Braga en Guimarães. Deze Keltische nederzetting stamt uit de ijzertijd (De Kelten kwamen aan tussen 600-500 voor Chr.) en is waarschijnlijk de laatste plaats waar de Kelten de Romeinen hebben kunnen weerstaan.

4

Strand

De meeste Nederlanders denken bij de stranden van Portugal vooral aan de Algarve, en dan met name aan Albufeira, het voormalige vissersdorp dat is uitgegroeid tot ’s lands grootste toeristische trekpleister. In Albufeira giert Jantje Smit op vol volume door de vele oranje gekleurde cafés. Het ruime assortiment aan kroketten, bitterballen en ‘bier per meter’ maakt duidelijk dat de gastronomie hier voornamelijk in vaderlandse handen is. Op zich geen wonder, want het was een Nederlandse zakenman die Albufeira heeft ontwikkeld tot wat het nu is. In de jaren zestig spendeerde Adriaan van Hall, oud-ambassadeur in Uruguay, het kapitaal dat hij in Zuid-Amerika had verdiend in het opkopen van zo ’n beetje het hele dorp Albufeira, waar hij zelf een oud kasteel betrok. Inmiddels is Van Hall overleden, maar Albufeira bleef via voor een groot deel Nederlands bezit en groeide uit tot de grootste toeristische trekpleister van de Barlavento, zoals dit deel van de kust van de Algarve heet (‘Barlavento’ betekent zoiets als de ‘naar de wind gekeerde kust’)
Wie even buiten de toeristenzone gaat, treft nog tal van verlaten plekjes aan het strand. De Algarve heeft als grote voordeel dat het zeewater er kalmer en warmer is dan in de rest van Portugal, maar voor ongerepte stranden moet je eigenlijk bij de kust van de iets noordelijker gelegen Alentejo-provincie zijn. Ook fraai is het strand van de plaats Nazaré. In het noorden zijn er de stranden van de Costa Verde, met oude badplaatsen als Ofir en Apula, waar het water beduidend wilder is, maar vanwege het hoge jodiumgehalte wel bijzonder goed voor kinderen en voor mensen die lijden aan ziektes als astma of reuma.

5

Natuur

De Algarve is op haar schoonst buiten de kust. Het bezoeken waard is de stad Silves, met een groot kasteel uit de tijden van de Tempeliers. Een prachtig glooiend landschap gaat verder naar het noorden over in de heuvel- tot bergachtige Serra de Caldeirão en de Serra de Monchique, met veel pijnbomen, steeneiken en kurkeiken. De Serra de Monchique kent een subtropische flora, met welriekende eucalyptusbomen, olijfbomen, sinaasappelbomen en bananenplanten. Schitterend is de bovengelegen Alentejo-provincie, met fraaie Moorse steden als Evora, en vooral eindeloze landschappen vol kurk- en olijfbomen, waar schaapsherders hun roes liggen uit te slapen in de schaduw van een boom. Wild en ongerept is het natuurpark Gerès in het hoge noorden. Uitgestrekte meren stromen langs de hoge bergen, waar ’s nachts de wolven nog huilen naar de maan. Beslist ook de moeite van het bezoeken waard: de Serra da Estrela, Portugals hoogste bergmassief (2000 meter). ’s Winters ook een geliefd ski-oord – dankzij synthetische sneeuw kan de bezoeker tegenwoordig zelfs het hele jaar door op de planken staan of snowboarden (zie www.skiparque.pt). De Serra da Estrela biedt middeleeuwse kastelen en fraaie stranden aan de rivier. In het stadje Belmonte, op een uitloper van de Serra da Estrela, kan men kennis maken met de fascinerende cultuur van de marranos. Deze oude joodse gemeenschap in Belmonte telt momenteel 350 leden. Om aan de tirannie van de toenmalige Inquisitie te ontkomen, bekeerden de joden van Belmonte zich eeuwen geleden tot het katholieke geloof. Ze gingen zelfs varkens hoeden, hoewel dat volgens het joodse geloof onreine dieren zijn. In het geheim bleven de marranos hun oude geloof trouw. Pas sinds enkele jaren komen ze openlijk uit voor hun echte geloof. Dit nadat de antropoloog Frederic Brenner een film over hun geheime leven had gemaakt. Tegenwoordig komen toeristen uit alle windstreken naar Belmonte om kennis te maken met hun bijzondere cultuur.

6

Eten en drinken

Wie in de Algarve verblijft, mag beslist de lokale visschotels niet overslaan, zoals de Arroz do Tamboril, een stevige schotel van een vis die er in zee nogal monsterlijk – een beetje als een zwemmende pitbull – uitziet, maar eenmaal op het bord beslist niet te versmaden is. In de haven van de vissersplaats Portimão bevinden zich tal van grote visrestaurants aan het water, waar men u deze delicatesse graag serveert. Voor de zwakkere magen zijn hier de overheerlijke sardientjes een uitkomst. Een bezoek aan Coimbra is niet compleet zonder te hebben geproefd van de plaatselijke delicatesse, de ‘leitão’, oftewel speenvarken van het spit, in ieder restaurant van de stad ruimschoots beschikbaar. Als voorgerecht kan de liefhebber kiezen voor een andere veelgeprezen plaatselijke delicatesse, ‘orelhas do porco’, oftewel in zoetzure saus gemarineerde varkensoortjes. Dit alles natuurlijk begeleid door een sprankelende ‘vinho verde’, de jonge wijn waarmee Portugal een begrip is geworden voor wijnliefhebbers in de hele wereld. In heel Portugal eet men bacalhau, de befaamde Portugese stokvis (die tegenwoordig overigens alleen nog maar wordt gevangen in de Noorse wateren). De Portugezen kennen 365 manieren om deze vis klaar te maken, maar erg lekker is de bacalhau com natas, bereid met room: u bent in één keer vertrouwd met de smaak van Portugal.

7

Uitgaan

Wie de fado in het echt wil horen in Lissabon kan bijvoorbeeld terecht in de Clube do Fado van meestergitarist Mário Pacheco, gelegen in Alfama, de oude wijk vol pittoreske steegjes die Amália zo gloedvol bezongen heeft (zie www.clube-de-fado.com). Wie geluk heeft treft in de Clube de Fado nog de zus van Amália, Celeste, die ondanks haar hoogebejaarde leeftijd nog geregeld op het podium staat.
Wie de nacht van Lissabon ook eens van de eigentijdse kant wil zien, kan terecht in de fameuze discotheek Lux aan de Avenida Infante D. Henrique. Deze postmoderne,dansgelegenheid is voor 50 procent in handen van de Amerikaanse ster-acteur John Malkovich en is een trefpunt van vele beroemdheden, die echter niet altijd worden toegelaten door de portier, want het deurbeleid is nogal vaag (meer info op www.luxfragil.com). Wie de Lux niet binnenkomt kan tot het ochtendgloren terecht in de vele etablissementen aan de dokken van de Taag. Vraag de taxichauffeur naar ‘as docas’ en je komt er beslist terecht.

8
Kamperen, hotels en pousadas
Toen Joop den Uyl nog premier was van Nederland trok hij er in zijn caravan vaak op uit naar de camping bij het Caparica-strand bij Lissabon. De Portugese regering vond het onbegrijpelijk dat een politiek leider zo zijn vakanties doorbracht, maar inmiddels zijn de Portugezen beter gewend aan campings en zijn ze in het hele land ruim voor handen. De camping Olhos Negros in de Serra de Monchique, het groene achterland van de Algarve, is een plaats voor mensen die van de natuur en rust genieten. Op de camping zijn ruime, volledig ingerichte piramidetenten en een grote, comfortabele caravan te huur. Vanaf camping Olhos Negros zijn verschillende mooie wandelingen te maken. In het noorden, op vijf kilometer afstand van het fraaie
Cabeceiras de Basto en 45 km van Braga, ligt de Quinta d’Alijo, een gemoedelijke camping in stille natuur, met restaurant, zwembad en lounge-ruimte (Prijs v.a. 2,10 euro p.n., zie www.quintadalijo.nl)

Qua hotels en pensions kent Lissabon zoals alle wereldsteden een breed aanbod, maar wie niet veel wil uitgeven (25 euro per nacht) en toch middenin de oude stad wil verblijven zou kunnen kiezen de centraal gelegen pensions aan de Praça de Figueira, middenin Rossío, het kloppende hart van de stad.

In de hogere prijzen vallen Portugals vermaarde pousadas: vaak schitterend gelegen herbergen, die vroeger in handen van de staat waren, en tegenwoordig de crème de la crème zijn op toeristisch gebied. Wie Portugal op zijn best wil leren kennen, kan van pousada naar pousada reizen. Er bestaan meer dan dertig pousadas verspreid over het hele land, maar de prijzen kunnen onderling verschillen. Momenteel bieden de verzamelde pousadas een arrangement voor vijf overnachtingen à 228 euro p.o. (zie: www.pousadas.pt).
Vaak goedkoper meer even fraai zijn ook de tot hotels verbouwde boerderijen, de zogenaamde ‘Quintas’. Bij de Serra da Estrella treft men de van alle gemakken voorziene Quinta de Seara. Quinta da Seara is voorzien van alle modern comfort en luxe kamers. De kokkin staat borg voor een keur aan heerlijke en dagverse gerechten (zie http://www.quinta-da-seara.nl )..

9
Feestelijk Braga
In de zomer is Braga, in de noordelijke Minho-provincie, een feestelijke stad, bijvoorbeeld op 24 juni, met het hier massaal gevierde Festa do São João (spreek uit: sauwzjoewauw), dat nog het meest doet denken aan de Hollandse koninginnedag. Schrik niet als u bij het hossen in de massa voortdurend met plastic piephamertjes op uw hoofd wordt geslagen, want dat is traditie en het is lief bedoeld. Het feest van de heilige Johannes, schutspatroon van Braga, wordt gevierd met grootse straatprocessies, waarvan de meest bijzondere de Dança do Rei David (Dans van Koning David) voorstelt, een mysterieuze dans uit oud-testamentaire tijden die voor de rest in de wereld alleen nog maar in Ethiopië wordt aangetroffen. Heel bijzonder is een bezoek aan het jaarlijkse congres voor alternatieve medicijnen in het bergdorp Vilar de Perdizes in de noordelijke provincie Tras-os-Montes (Achter de bergen). Het congres speelt zich af in het eerste weekend van september en staat sinds jaar en dag onder leiding van padre António Lourenço Fontes, die al een paar keer is bedreigd met verstoting uit de katholieke kerk omdat hij zich bezig zou houden met de promotie van hekserij. Tijdens het congres kan de bezoeker kennis maken met oude kruidenmedicijnen en allerhande magiërs en mystici. Dit alles in een sfeer die regelrecht terug lijkt te voeren naar de middeleeuwen.
10

Tip: de rivier op!

Het Noorden is Portugals bestbewaarde geheim en valt het beste te exploreren vanuit Porto. Schitterend is een reis per boot van Porto naar Régua, over de Douro-rivier, langs een oogverblindend landsschap van bergen en heuvels alwaar de druiven voor de Porto-wijn en vinho verde worden geteeld. De reis duurt een volle dag. Wie Portugal zo eenmaal gezien heeft, wil er beslist nooit meer weg. (inlichtingen & boekingen Douro Acima, Rua das Canastreiros, Porto, tel 222006418, www.douroacima.pt) .

Dit is een uitgebreide versie van een artikel dat eerder verscheen in het Algemeen Dagblad